Afgelopen dinsdag verwachtte ik een vertelvoorstelling te geven voor vijf kinderen, maar het liep anders dan verwacht: het werden twee vertelvoorstellingen, eerst voor een groep van vijf kinderen met een begeleider en daarna nog voor een groep van vier kinderen.
Vlak van tevoren had ik bedacht dat het leuk zou zijn als de kinderen een beetje mee zouden kunnen doen. Ik maakte daarom kaartjes met een van de liedjes van het sprookje. Door mee te zingen zouden de kinderen het bange vogeltje kunnen helpen om een beetje vrolijker te worden.
Ook op andere momenten in het verhaal betrok ik de kinderen er even bij. De kinderen deden goed mee en aan het eind van de tweede vertelvoorstelling riep een jongetje spontaan: “Applaus!”
Het was een hele leuke ervaring. Werken met kinderen vraagt om meer improvisatie, maar ik denk dat dat me goed is gelukt. De begeleidster van de kinderen was in elk geval ook enthousiast. En het jongetje dat om applaus riep wil volgende week weer komen, als ik het verhaal nogmaals vertel aan weer een andere groep kinderen. Dat lijkt me toch een mooi compliment!
Reactie plaatsen
Reacties