Deze week stond opnieuw vrijwel geheel in het teken van sprang. Er was deze week geen museumbezoek en dat kwam eigenlijk wel goed uit, want ik had het museum even nodig voor mezelf. Allereerst vanwege de warmte: omdat het bij mij boven tropisch warm was, was het in het veel koelere museum aangenaam vertoeven. Maar ook vanwege de ruimte had ik het museum even nodig voor mezelf: ik ben zo moedig of misschien ook wel overmoedig geweest om een mega grote sprang op te zetten, groter dan wat ik ooit heb gedaan. Het frame is maar liefst 210 cm hoog en de lengte van de sprang is 180 cm.
Achteraf bedenk ik dat er vast een slimmere manier was geweest om mijn sprang op te zetten, maar ik heb alle 159 paren draden (ik heb me vergist; ik had er 156 gewild) rechtstreeks op het op de vloer liggende frame gespannen. Dat was een hele klus en zwaar werk omdat ik daarvoor steeds op mijn hurken moest zitten.
Nu alle draden zijn opgespannen, ben ik begonnen met sprangen. Het werd me al snel duidelijk dat ik het mezelf niet gemakkelijk heb gemaakt met de gekozen garens.
Sommige garens hebben een mooie structuur, maar ook de vervelende eigenschap om in elkaar te haken. Dat maakt het lastig om na een gewerkte toer het nieuwe vlechtveld naar beneden te brengen. Ik moet dit heel voorzichtig en in kleine gedeelten doen. De eerste toeren zijn sowieso het lastigst. Omdat de sprang zo groot is moet ik op een verhoging staan om de bovenste toeren te kunnen vlechten. En dan nog sta ik eigenlijk een beetje te laag. Om mijn nek en schouders niet teveel te belasten werk ik steeds maar heel kort aan deze reuzensprang.
Wat het gaat worden? In elk geval een heel avontuur en verder zeg ik er nog even niets over.
Reactie plaatsen
Reacties